Wiebengahal

Op het terrein van de voormalige keramische industrie ‘societe ceramique’ verrees vanaf het begin van de jaren 1990 een prestigieuze nieuwe stadswijk met gebouwen van internationaal vermaarde architecten. Gelukkig bleef een industrieel archeologisch monument de sloophamer bespaard: de Wiebengahal.

De aardewerkfabriek Société Céramique is ruim een eeuw in bedrijf geweest. Vanaf de oprichting van het bedrijf in 1851 tot de fusie met de aardewerkfabriek Sphinx in 1958. Het bedrijf ontwikkelde zich vanaf 1851 van een kleine ambachtelijke onderneming tot een gemechaniseerd industrieel concern met verschillende divisies.

In het eerste decennium van de twintigste eeuw besloot de directie van de Société Céramique de productie van sanitair aardewerk uit te breiden. Daartoe moest een nieuwe fabriek worden gebouwd binnen het enorme fabriekscomplex op de oever van de Maas. De opdracht voor de bouw van de Division II werd verstrekt aan architect-constructeur Jan Gerko Wiebenga (1886-1974). In 1912 realiseerde Wiebenga de later naar hem genoemde kolossale fabriekshal. Het is een voorbeeld van het ‘Nieuwe Bouwen’ in Nederland. Overigens bouwde Wiebenga een jaar later (1913) ook een betonnen fabriekshal voor de gemeentelijke gasfabriek.

Van Wiebenga’s oorspronkelijke fabriekscomplex gebaseerd op een T-vormig grondplan resteert slechts een beperkt deel van de middenvleugel. Het bouwwerk uit 1912 is een vroeg voorbeeld van betonskeletbouw. Het is namelijk opgebouwd uit een skeletconstructie met betonnen pijlers en balken; de tussenliggende velden zijn met gepleisterde muurvlakken opgevuld. Het bouwhistorisch belang van de Wiebengahal is gelegen in de vroege toepassing van betonnen schaaldaken. Zo’n constructie bestaat uit een tongewelf van gewapend beton, waarbij de dikte van het beton zeer gering is, zodat met een lichte constructie kon worden volstaan om een grote overspanning te realiseren. Bij de Wiebengahal is de overspanning vijftien meter; de dikte is in de top van de schaal slechts acht centimeter en twaalf centimeter aan de voet. Door de gebogen vorm zijn de druk- en trekkrachten regelmatig over het gehele oppervlak verdeeld.

Terug naar overzicht